In je tweede deel maak je het nogal verwarrend voor jezelf.
Allereerst is het niet van belang of de agent op straat is of binnen .
Een politieambtenaar heeft bevoegdheden. Deze bevoegdheden haalt hij uit verschillende wetten, besluiten en verorderingen. In deze verschillende wetten kan de politieambtenaar aangewezen zijn als opsporingsambtenaar of als toezichthouder. Een politieambtenaar op straat loopt eigenlijk met twee petten op, de pet met de opsporende taak en de pet met de toezichthoudende taak.
In de AWB staat het begrip toezichthouder omschreven. Deze omschrijving is in het kort dat een toezichthouder toeziet (krachtens wettelijk voorschrift) op de naleving van wettelijke voorschriften.
Het verschil met de politieambtenaar is dat de politieambtenaar is gericht op de strafrechtelijke afdoening (handhaving strafrecht), en dat toezichthouden eigenlijk een ‘secundaire’ taak is.
Neem als voorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en BOA's van bijvoorbeeld stadstoezicht. In de APV worden toezichthouders aangewezen (stadstoezicht). Deze toezichthouders hebben de bevoegdheden zoals deze in de AWB zijn vermeld. Zij hebben geen verdere bevoegdheden, tenzij zij volgens regels (zie besluit BOA) ook aangesteld zijn alszijnde BOA. Pas als zij aan die regels voldoen (niet eerder) mogen zij toezien op de strafrechtelijke handhaving van de APV.
Voor de politieambtenaar is exact hetzelfde geval, alleen komt daarbij kijken dat de politieambtenaar in beginsel al als opsporingsambtenaar is aangesteld.
Dus om ook antwoord te geven op de eerste vraag, ja de politie haalt ook bevoegdheden uit de AWB. Dit komt omdat zij in diverse wetten/besluiten/verordeningen aangesteld zijn als toezichthouder. Als voorbeeld: het stopteken dat gegeven wordt voor een algemene verkeerscontrole. Politie is toezichthouder op de naleving van de o.a. de wegenverkeerswet. Bevoegdheid tot het geven van een stopteken komt uit de AWB.