En hier is het originele artikel, voordat een of andere “journalist” eraan sleutelde:
Politiekogels
Vooraf van Ybo Buruma in NJB 31/09
Op 22 augustus jl. is op het strandfeest Sunset Grooves in Hoek van Holland een jongen doodgeschoten door de politie; zes anderen zijn geraakt door (politie)kogels. Twee weken later verscheen al een eerste (politiële) onderzoeksrapportage naar de toedracht. De rijksrecherche en het COT doen nog onderzoek.
Het is een ernstige zaak. Dat verklaart misschien waarom er al een politiek debat werd gevoerd voordat de feiten vast stonden. Politici deden daarin wat ze volgens Carl Schmitt geacht worden te doen: bepalen wie vriend of vijand was. Ze zochten een zondebok in eigen gelederen, en vijanden daarbuiten – ongeremde hyena’s noemde een Rotterdams raadslid de relschoppers die de politie in het nauw brachten. Politici begrijpen dat het publiek te doen heeft met het slachtoffer, maar eigenlijk ook met de jonge agenten. En ze begrijpen dat het publiek graag hoort dat er maatregelen komen opdat het niet weer zal gebeuren. Dream on.
Zo’n politiek debat houdt de wereld overzichtelijk. Een jurist doet moeilijker. Die weet dat als uitgangspunt geldt dat alleen bij heel hoge uitzondering inbreuk op het recht op leven mag worden gemaakt. Volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens kan dat bij “absolute noodzaak” ter “verdediging tegen onrechtmatig geweld”. Het Europese Hof stelt hoge eisen aan de effectiviteit, objectiviteit en voortvarendheid van het onderzoek door onafhankelijke onderzoekers naar de vraag of daarvan sprake was. Zie daarover Gonzalez in NJB 31/09. Eigenlijk geldt een omgekeerde bewijslast: als een burger wordt doodgeschoten, moet de overheid aannemelijk maken dat dit gerechtvaardigd was.
Volgens het Openbaar Ministerie is er door 21 agenten geschoten. Dat is opmerkelijk. Jan Naeyé herinnerde er in een Nova-uitzending aan dat tijdens de krakersrellen in de jaren 75-80 heel wat politiemensen min of meer ernstig gewond zijn geraakt – op één dag 200 naar het ziekenhuis – maar dat er niet werd geschoten. Nu leek het wel vuurwerk.
Waarom schoot de agent die Robby van der Leeden raakte? Ik geef drie mogelijke redenen, zonder de bedoeling uitputtend te zijn. a. De agent schoot omdat 20 agenten om hem heen ook schoten. b. De agent loste een waarschuwingsschot en de dalende kogel raakte de jongen. c. Hij/Zij schoot omdat iemand op dat moment op hem schoot of dreigend op hem/haar afliep.
De eerste twee mogelijkheden lijken als zodanig onvoldoende om de Staat vrij te pleiten. De laatste mogelijkheid levert eventueel in combinatie met de tweede wel een serieus argument op, maar er is nog geen aanwijzing dat er van de zijde van het publiek is geschoten. Er bestaan slechts aanwijzingen dat er mensen in het publiek waren met wapens. Het lijkt er niet op dat het slachtoffer zich te buiten ging aan “onrechtmatig geweld”. Let wel: dat moet nog worden uitgezocht, maar als jurist wil ik de bewijskwesties helder hebben voordat ik over te nemen maatregelen oordeel.
Als we gewoon onder ogen zien dat de schoten in beginsel verkeerd waren, dan zijn er nog steeds heel wat vragen te beantwoorden. Ook als we het schieten individueel verontschuldigbaar achten, neemt dat de aansprakelijkheid van de Staat niet weg. Bij het oordeel daarover gaat het niet alleen over de vraag waarom er iets mis was met commandolijnen, risico-inschattingen en communicatiesystemen. Of met de hooligans. De vraag moet onder ogen worden gezien waarom de agenten nu eigenlijk wel schoten.
Schieten uit angst of per ongeluk – het zal zeker opnieuw gebeuren. We begrijpen dat zelfs, maar willen graag dat de politie zo gecontroleerd geweld gebruikt dat ze juist niet doet wat we zelf misschien zouden hebben gedaan. In de jaren 80 is het grootschalig geweldgebruik van de politie daarom geprofessionaliseerd (ME etc.). En er kwamen ook specialisten voor kleinschalig geweldgebruik (arrestatieteams e.d.). De vraag rijst of die specialisatie gepaard gaat met een verlies aan stevigheid bij de algemene agenten.
Is de doorsnee diender nog wel in staat met bloed en zenuwen om gaan? Er zijn zonder twijfel heel dappere agenten. Maar hoe kan het dat ik van forensische geneeskundigen hoor dat politiemensen tegenwoordig niet meer een kamer in durven waar een lijk van een paar weken oud ligt te stinken? Hoe kan het dat een agent na een auto-ongeluk niet in het water springt om een oude man uit een auto te redden? Hoe kan het eigenlijk dat agenten erkennen dat ze zich bedreigd voelen? Al deed ik het in mijn broek, dan zou ik er nog mijn mond over houden. Deze vragen roepen twijfels op. Twijfel of agenten nog wel gestimuleerd worden meer weerstand te bieden aan hun angst dan de buschauffeur, de winkelier of ikzelf.
Bange gezagsdragers zijn namelijk gevaarlijke gezagsdragers. Bange agenten die hun angst niet kunnen beheersen lossen schoten ondanks de aanwezigheid van duizenden omstanders. Er zal moeten worden onderzocht of het “absoluut noodzakelijk” was, wat die 21 schutters deden. Gerrit van de Kamp (Politiebond ACP) merkte in mei jl. al terecht op dat er vroeger links en rechts klappen werden uitgedeeld en bijna niemand werd aangehouden. Nu voeg ik daaraan toe: en bijna nooit werd geschoten. Van agenten mogen we niet alleen verwachten dat ze hun angst kunnen beheersen, maar ook dat ze beheerst geweld kunnen gebruiken.
Een politiek debat hoort niet over vrienden en vijanden te gaan maar over visie op wat we willen. Soms moet de politiek daarom een feitenonderzoek of een rechterlijk oordeel afwachten, bleek vorige week in het Vooraf van Alex Brenninkmeijer. Beginnen we bij de dood van de jongen dan is de vraag wat de schutters anders hadden kunnen doen, veel belangrijker dan een zwartepietenspel met teamleiders en hooligans.
Ybo Buruma
Ik geef het toe, ik heb frustratie over het huidige journaille.