aanhouding door politie

  • LM

    Volgens mij is mijn betoog best te volgen, maar ik zal het nog eens kritisch nalezen. Ik vraag mij af of jouw uitleg het duidelijker maakt. De Algemene Wet Bestuursrecht is een kaderwet en bevat de algemene (procedurele) regels, waaronder de algemene regels m.b.t. toezicht. Wat in concreto de toezichthoudende taken van de diverse toezichthouders zijn is niet geregeld in de AWB. Daarvoor zul je naar de specifieke voor dat toezichtsterrein geldende wetgeving toe moeten. De WVV is een dergelijke specifieke wet en bevat toezichthoudende taken en bevoegdheden. Voor zover de opsporingsambtenaar dus toezichthoudende taken uitvoert op basis van de WVV gelden dus ook de algemene bepalingen uit de AWB.

    Het is niet zo dat in de wegenverkeerswet alleen term “verdachte” voorkomt. Deze term komt slechts een beperkt aantal keer voor (13 x om precies te zijn) om een aantal specifieke zaken t.a.v. verdachten te regelen (met name m.b.t. het rijden onder invloed). De WVV spreekt vaker dan over een verdachte over “bestuurder” of “houder”. Ik schreef al eerder dat juist in geval een controle (of toezicht) bevoegdheid wordt ingezet er nog helemaal geen sprake hoeft te zijn van verdachte, betrokkene etc. Het zijn van bijv. bestuurder is voldoende. Het voorbeeld dat je geeft dat iemand als er nog geen sprake is van enig vermoeden moet meewerken aan een blaastest is ook zo'n bevoegdheid, maar niet op basis van de Wet Mulder maar art 160 lid 5 WVV, geldt voor elke bestuurder. Dat de opsporingsambtenaar daarnaast ook als toezichthouder aangewezen kan zijn voor de Wet Mulder speelt in deze casus m.i. geen rol. Het gaat om toezichthoudende bevoegdheden die een basis vinden in de WVV, waarbij de alg. opsporingsambtenaar op basis van art. 158 / 159 WVV als toezichthouder is aangewezen voor wat betreft de naleving van de WVV. De persoon die blaast is geen betrokkene (zoals het geval bij Wet Mulder) maar bestuurder, dat is voldoende. Verder is het inderdaad zo dat op het moment iemand feitelijk al verdachte is deze controle bevoegdheid niet meer ingezet mag worden (althans de weigering veroorzaakt dan niet een extra strafbaar feit).

  • - Gerard -

    Uitvoerige uitleg en voor mij ook leerzaam. Daarvoor dank. Echter, mij is nog niet precies duidelijk wat jij in jouw laatste alinea wat met legitimatie bedoelt. Ik neem aan dat je identificatie bedoelt want dat is immers het doel van staande houden.

    En daarnaast vind ik het persoonlijk absurd dat agenten geen algehele algemene controlebevoegdheid hebben. Ik vind, nogmaals dat is mijn persoonlijke mening, dat elke agent op elk gewenst moment van de dag en in elke situatie moet kunnen vaststellen met wie hij te maken heeft.

  • LM

    Gerard, dat is wellicht een definitie kwestie, ik bedoel een wettelijk identiteitsbewijs. Art. 52 Sv geeft de bevoegdheid om de staande gehouden verdachte naar de personalia te vragen (de bevoegdheid zit op het feit dat je iemand kan stilhouden, dus niet op een verplichte medewerking zijn gegevens te geven) en art. 55b Sv geeft vervolgens de mogelijkheid om de staande gehouden verdachte te fouilleren om zodoende zijn identiteit vast te stellen. Hier geen vorderingsbevoegdheden en dat is logisch, een verdachte hoeft niet mee te werken, maar moet bijv. het fouilleren wel dulden.

    Ik was trouwens art. 8a van de PW vergeten waarin de opsporingsambtenaar de bevoegdheid heeft gekregen om een identiteitsbewijs te vorderen voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van zijn politietaak. Ook dit kan niet worden uitgelegd als een algemene bevoegdheid om zonder aanleiding een identiteitsbewijs te vorderen. De opsporingsambtenaar moet hoe dan ook uit kunnen leggen waarom hij vorderde. Het geeft wel wat meer ruimte, omdat art. 52 SV een verdachte vereist en iemand op basis van de PW nog geen verdachte hoeft te zijn (bijv. hangjongeren). Hierbij opgemerkt dat art. 52/55b Sv ook geldt voor de verdachte onder de 14 jaar oud en het vorderen van een identiteitsbewijs alleen kan als iemand ook wettelijk verplicht is er een bij zich te hebben (vanaf 14). Je zou kunnen redeneren dat deze bevoegdheid ook toegepast kan worden op een bestuurder, alleen geeft de WVV hiervoor al een eigen specifieke bepaling. In het algemeen geldt het uitgangspunt dat een specifieke bepaling / bevoegdheid voor een algemene gaat. Belangrijk verschil is dat de WVV bevoegdheid specifiek de mogelijkheid geeft een rijbewijs ter inzage te vorderen en art. 8a PW het heeft over een identiteitsbewijs. Volgens de WID is een rijbewijs dit ook, maar als de bestuurder een paspoort toont voldoet hij ook aan de vordering, maar weet je nog steeds niet of hij een rijbewijs heeft.

    De politie zit niet te wachten op een algemene controle bevoegdheid, zij zal altijd een reden hebben waarom zij iemand wil controleren en zeker op basis van de PW kan feitelijk elke reden die van belang geacht wordt voor een goede uitoefening van de politietaak voldoende zijn. Maar dus wel altijd een relatie naar deze taakstelling en dat lijkt mij ook wel een goede zaak.

    - Gerard - Schreef:

    ——————————————————-

    > Uitvoerige uitleg en voor mij ook leerzaam.

    > Daarvoor dank. Echter, mij is nog niet precies

    > duidelijk in jouw laatste alinea wat met

    > legitimatie bedoelt. Ik neem aan dat je

    > identificatie bedoelt want dat is immers het doel

    > van staande houden.

    >

    > En daarnaast vind ik het persoonlijk absurd dat

    > agenten geen algehele algemene controlebevoegdheid

    > hebben. Ik vind nomaals dat is persoonlijk, dat

    > elke agent op elk gewenst moment van de dag en in

    > elke situatie moet kunnen vaststellen met wie hij

    > te maken heeft.

  • - Gerard -

    KlaasVaak Schreef:

    ——————————————————-

    >

    > Voorbeeld 1:

    > Agenten zetten een alcoholcontrole op waarbij elke

    > automobilist die staande wordt gehouden moet

    > blazen: dan ben je geen verdachte.

    > Je bent verplicht te antwoorden op de vraag of je

    > gedronken hebt.

    > Inzage te geven in documenten etc.

    KlaasVaak, ik wil je voor mijn begrip hier toch nog iets over vragen.

    Er is een alcoholcontrole, dat is het doel van de controle en niet het vaststellen van de identiteit van de willekeurige bestuurder, daarvoor moet iedereen die wordt aangewezen STOPPEN en meewerken. Die persoon is op dat moment toch niet staande gehouden (Art. 52 Strafvordering)? Daar spreekt men over verdachte. Beetje gek als iedereen die ‘aan de kant’ moet, ineens verdachte is

    Ik zie het zo: je moet stoppen omdat de politie dat zegt en je moet meewerken. Vermoedt de politieagent alcoholgebruik, dan wordt de bestuurder aangehouden.

  • - Gerard -

    LM Schreef:

    ——————————————————-

    LM, ik geloof dat ik het begrijp wat jij hierboven hebt geschreven,

    > De politie zit niet te wachten op een algemene

    > controle bevoegdheid, zij zal altijd een reden

    > hebben waarom zij iemand wil controleren en zeker

    > op basis van de PW kan feitelijk elke reden die

    > van belang geacht wordt voor een goede uitoefening

    > van de politietaak voldoende zijn. Maar dus wel

    > altijd een relatie naar deze taakstelling en dat

    > lijkt mij ook wel een goede zaak.

    Gelukkig, dat stemt mij dan toch weer enigzins gerust.

  • KlaasVaak

    Omdat je niet wordt ‘staande gehouden’ door een agent die opsporingsambtenaar is en belast met controle in het kader van de WVW,

    maar omdat je wordt ‘staande gehouden’ door een agent die toezichthouder is in het kader van de Wet Administratieve Handhaving Verkeersvoorschriften (Wer Mulder).

    In die wet wordt een agent ook omschreven als toezichthouder.

    Dus het zelfde uniform, een andere taak want een andere wet.

    En staande gehouden kun je in verschillende wijze opvatten.

    Vanuit de WAHV kun je mensen een stopteken geven en ze ‘staande houden’.

    Vervolgens zijn ze verplicht mee tewerken (zoals beschreven in de WAHV).

    Op enig moment kan de toezichthouder (hier in de vorm van een agent) documenten ter inzage vragen.

    Het heet anders maar komt op hetzelfde neer.

    Je wordt dus niet staande gehouden volgens strafvordering maar tot stoppen gemaand volgens de WAHV.

    Vanuit die wet gebruikt de agent zijn bevoegdheden uit bestuursrecht, die (hoe toevallig) veel overeenkomsten vertonen met de andere bevoegdheden.

  • Rob II

    Bij een alcoholcontrole werkt de agent op basis van de Wegenverkeerswet en niet op basis van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften. Het verbod op het rijden onder invloed is immers geregeld in de Wegenverkeerswet en daarin staat ook dat de politie de naleving van deze wet mag controleren door bestuurders hun voertuig te laten stilhouden en hen te laten blazen op een aangewezen apparaat.

  • Planner

    Gerard

    Je hebt eigenlijk nog geluk want wat niet mag is dat de politie jou een bekeuring geeft voor het niet kunnen tonen van een rijbewijs (legitimatiebewijs) EN het daarom ook niet kunnen tonen van een geldig ID bewijs

    In het kader van “goed lezen” ben ik benieuwd waar jij uit het verhaal van jetje1234 kan concluderen dat hij/zij zich, naast het gegeven dat hij/zij geen rijbewijs (een identiteitsbewijs in het kader van de identficatieplicht) kon tonen en zich daardoor niet kon legitimeren, ook niet kon identificeren door middel van bijvoorbeeld een ander identiteitsbewijs(paspoort, europees identificatiebewijs, …)? Anders was het er wellicht zelfs op uitgedraait dat hij/zij mee kon naar het bureau om de identiteit vast te stellen.

  • Planner

    KlaasVaak

    Je wordt dus niet staande gehouden volgens strafvordering maar tot stoppen gemaand volgens de WAHV

    Dan kan jij vast ook wel vertellen waar dat in de WAHV staat?

    Of zou het misschien zo zijn dat niet alleen bij een alcoholcontrole, maar ook bij andere verkeerscontroles, op grond van artikel 160 van de wegenverkeerswet een bestuurder een vordering wordt gegeven het voertuig te doen stilhouden, waarbij een aantal overtredingen dan door middel van de WAHV afgedaan worden?

  • - Gerard -

    O, jij kunt ook al niet lezen. Verder nog iemand?