Beste Besafe,
Dat een ieder de wet behoort te kennen is m.i. nog steeds een uitgangspunt. Een uitgangspunt wil zeggen dat er uitzonderlijke situaties zijn waarin daar van kan worden afgeweken. Een uitzondering is de “verschoonbare dwaling t.a.v. het recht” en deze is via jurisprudentie geïntroduceerd al in 1949 in het zogenoemde arrest motorpapieren. ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Motorpapieren-arrest ). De essentie van dit arrest is dat op het moment dat een verdachte kan aantonen dat hij op het verkeerde been is gezet door een gezaghebbende autoriteit (in deze casus was de motorrijder verkeerd geïnformeerd door een politieagent) er sprake kan zijn van een verschoonbare dwaling t.a.v. het recht. Ik neem aan dat jij op deze mogelijkheid doelt. Als je op andere jurisprudentie doelt waarin een andere lijn wordt gevolgd ben ik geïnteresseerd.
Waar het in dit topic over gaat is van een andere orde. Kan een betrokkene / burger zich erop beroepen dat hij bepaalde bevoegdheden van een OA of een toezichthouder niet kent? Mijn punt is dat geen doel treft of er moet sprake zijn van een hele specifieke omstandigheid waaruit aantoonbaar naar voren komt dat hij een inspanning heeft geleverd om de rechtsregel te kennen.
Het niet lezen van voor iedereen toegankelijke wettelijke bepalingen kan nooit een argument zijn. Het gaat er niet om DAT hij de regel kende, maar OF hij de regel in alle redelijk had kunnen kennen. Gerard schreef ook al zo iets. Uiteraard ken ik ook niet alle regels, dat is het punt niet. Waar het om gaat is of ik mij met succes kan beroepen op het feit dat ik die regels niet ken. Gelet op de stand van de jurisprudentie kan dit dus alleen in hele uitzonderlijke situaties.
BeSafe Schreef:
——————————————————-
> Beste,
> Ik reageer op de onhoudbare maar toch nog met
> grote regelmaat geopperde stelling dat een ieder
> de wet behoort te kennen. Ooit was dit een
> wetsregel maar al enkele decennia geleden
> geschrapt. ‘Redelijkerwijs bekend zijn met’ is de
> tegenwoordig algemeen gehanteerde term, voldoende
> ruimte latend voor onwetendheid.
>
> Om dan toch een voorbeeld te geven van een
> toezichthoudende functie waar alle AO's over
> schijnen te beschikken is die in het kader van de
> Bijzondere Wetten, waaronder de Wpbr. In de
> praktijk heeft het merendeel van het blauw op
> straat te weinig benul van de bepalingen van deze
> wet(ten) om deze met effect te kunnen handhaven.
> De uitvoering van de handhaving op de bijzondere
> wetten is bij een beperkt aantal medewerkers BW
> neergelegd. Dus de bepaling dat alle AO's bevoegd
> zouden zijn als toezichthouder (en dus kundig) is
> op zich al merkwaardig.
> In dat opzicht vind ik het in het geheel niet zo
> vreemd dat, zoals in de Awb gesteld is, AO's van
> de afdeling BW zich zouden moeten kunnen
> legitimeren als zijnde toezichthouder voor deze
> bijzondere wet(ten).
>
> M.vr.gr.,
> BeSafe