Vanaf 1 juli 2010 mag een rouwstoet niet meer doorsneden worden. De regeling geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden.
-Weggebruikers moeten op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ongeacht van welke kant de rouwstoet komt en ongeacht of de rouwstoet rechtdoor gaat of afslaat;
-Het eerste voertuig van de rouwstoet valt niet onder deze regeling en moet zich dus aan de normale voorrangsregels houden;
-De regeling geldt niet op voorrangskruisingen, rotondes, kruispunten met verkeerslichten, invoegstroken en uitritten. Daar gelden voor de rouwstoet de normale voorrangsregels;
-De regeling geldt alleen als de voertuigen van de rouwstoet (zowel begrafenisauto’s als particuliere volgauto’s) op de juiste wijze voorzien zijn van de officiële vlaggen (zie afbeelding hieronder);
-De officiële vlaggen, bevestigd aan de linker- en rechterzijde van de voertuigen, mogen alleen gebruikt worden om de overledene naar zijn laatste rustplaats (begraafplaats of crematorium) te begeleiden;
-Voertuigen zonder officiële vlaggen vallen niet onder de regeling en moeten zich aan de normale voorrangsregels houden.
-Een voetganger of een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die een zebrapad wil oversteken, moet een naderende rouwstoet voor laten gaan;
-De bestuurder van een autobus die van een bushalte binnen de bebouwde kom wil wegrijden, moet een achter hem naderende rouwstoet voor laten gaan.
Vlaggetje moet aan weerszijden van de auto worden gevoerd en moet boven het voertuig uitsteken.
-Parkeerplaatsen kunnen door middel van onderborden gereserveerd worden voor een bepaald doel, bijvoorbeeld het afzetten en ophalen van passagiers of het opladen van elektrische auto’s.
-Het gebruik van ligplaatsen in bussen, taxi’s en personenauto’s is toegestaan, mits deze ligplaatsen aan bepaalde eisen voldoen.
-Onterecht gebruik maken van een gehandicaptenparkeerplaats is niet meer mogelijk (laden/lossen en in- en uitstappen van passagiers).
-Fietsen mogen voorzien zijn van richtingaanwijzers.
-Bestuurders van lijnbussen, trams en andere voertuigen die gebruik mogen maken van een busstrook of busbaan, mogen over-verdrijvingsvlakken en puntstukken rijden, die in een busstrook of busbaan liggen.
-Er worden twee nieuwe verkeersborden ingevoerd met de betekenis:
verboden voor autobussen en verboden voor vrachtauto’s en autobussen.