Beste Hyper,
Helaas heb ik zelf ook de nodige ervaring met ontspoorde gezinnen (zowel in werk als privé) en ja ik ben het met je eens dat de jeugdzorg niet goed georganiseerd is. Mijn kritiek richt zich niet in de eerste plaats op het maken van verkeerde keuzes t.a.v. uithuisplaatsing (uiteindelijk gaat een rechter hierover), maar op de bureaucratische, waardeloos georganiseerde bende. Enorme versnippering, geld over de balk smijten etc. Ik ben daar zeer kritisch over. Aldus: LM 05/04/2012 14:52.
Dankjewel LM, ik ben het in deze op grote lijnen met één kanttekening met je eens. De kanttekening is dat de overjarige jeugdbeschermingswet niet deugt, die diskwalificeerd ook in gevallen waar ouders wel verantwoordelijkheid nemen en zelf hulp vragen, met het nu volgende schuingedrukte stukje uit een onderzoek ben ik voor jaren naar Den Haag geweest. Ik zet het even voor je neer, daar het misschien ook voor jou meer duidelijkheid geeft waarom het zo'n geldverslindend systeem is. Ik ben al heel lang van mening dat door dit soort manier van rapporteren, wetenschappers met de beste bedoelingen er geen kaas meer van kunnen maken. Daar fout op fout gestapeld zal worden op rapportages die de waarheid ook vaak maskeren. Eerst hier het stuk:
1.1.2 Jeugdbescherming
De jeugdbescherming vindt haar oorsprong en legitimatie in de inmiddels hoogbejaarde kinderwetten van 1901, die overigens pas in 1905 werden ingevoerd. De sector valt onder de bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid van de minster van Justitie en is een mengvorm van overheid en particulier initiatief. Een overheidsorganisatie, de Raad voor Kinderbescherming, is bevoegd onderzoek te verrichten naar de opvoedingsomstandigheden van kinderen, wanneer het vermoeden bestaat dat deze bedreigend zijn voor hun ontwikkeling. Indien de opvoedingssituatie aanleiding geeft tot interventie kan de Raad de rechter inschakelen. Als deze een ingrijpen gerechtvaardigt vindt, wordt de uitvoering van dat ingrijpen vervolgens opgedragen aan een instelling voor (gezins)voogdij. Dit is weer een particuliere instelling.
Het oorspronkelijke doel van jeugbescherming was (en is eigenlijk nog steeds) het veilig stellen van de morele ontwikkeling van kinderen, wanneer die ontwikkeling door onjuiste of onbehoorlijke uitoefening van het ouderlijk gezag in gevaar komt. Hieraan ligt de grondslag ten opvatting dat de basis voor afwijkend gedrag en criminaliteit wordt gelegd in de opvoeding of ontstaat door een gebrek aan opvoeding en dus min of meer aan de opvoeders te wijten is.
Om het doel van jeugdbescherming te kunnen bereiken worden in het Burgelijk Wetboek juridische middelen in stelling gebracht, die een inbreuk mogenlijk maken op het ouderlijk gezag; de zogenaamde maatregelen van kinderbescherming.
Aanvankelijk kende de wet alleen de maatregelen van ontheffing en ontzetting (art. 266 en 269, Boek I, Burgelijk wetboek), die een volledige ontneming van het ouderlijk gezag tot gevolg hebben. In 1922 is de maatregel ondertoezichtstelling toegevoegd, die een beperking van het ouderlijk gezag inhoudt (art. 254, Boek I, Burgelijk Wetboek). Met de invoering en toepassing van deze maatregelen meende de wetgever destijds twee vliegen in één klap te kunnen slaan; het kind kon worden behoed voor morele ondergang ‘door het aan verderfelijke invloed van zijn ontaarde ouders te onttrekken’ en de samenleving werd beschermd tegen kinderen die anders voor galg en rad zouden opgroeien (Van Montfoort, 1993; 1994).
Voor de toepassing van een kinderbeschermingsmaatregel is het noodzakelijk dat de Raad voor de Kinderbescherming tegenover de rechter aannemelijk maakt, dat voldaan is aan de gronden die de wet daarvoor aangeeft. Die gronden bestaan uit tamelijk abstracte beschrijvingen van kenmerken van vormen van ouderlijk (wan)gedrag, die niet verenigbaar worden geacht met de uitoefening van het ouderlijk gezag: ‘onmachtigheid’, ‘ongeschiktheid’, ‘slecht levensgedrag’, ‘grove verwaarlozing van de verplichting tot verzorging en opvoeding’, ‘het in ernstige mate veronachtzamen van aanwijzingen van de gezinsvoogd’. Aangetoond moet worden dat de ouders verzaken het ouderlijk gezag uit te oefenen of dat zij dat op een onjuiste, dan wel onbehoorlijke manier doen.
Met andere woorden, de rechter moet ervan kunnen worden overtuigd, dat de ouders hun kinderen aantoonbaar tekort doen en dat zij dat bovendien op een grondige manier doen. Er moeten door de jeugdbescherming dus uitspraken worden gedaan over het falen of in gebreke blijven van de ouders. Om kinderen te kunnen beschermen dwingt de wet de jeugdbescherming als het ware de ouders te diskwalificeren. Deze optiek heeft tot gevolg dat binnen de jeugdbeschermingswet de blik in eerste instantie meer gericht is op (de mate van) het tekort doen door de ouders, dan op het opheffen van het tekortkomen van de kinderen (Veldkamp, 1997b). BRON: Werken met risico's, Jeugdhulpverlening en jeugdbescherming, Redactie H.E.M. Baartman J.H.A.M. Janssens, Bohn Stafleu Van Loghum, 1998, Blz.: 16-17, ISBN 90-313-2912-6
Tot zover het stuk.
Laat onverlet dat kinderen naar mijn oordeel in de regel op goede gronden uit huis worden geplaatst. Het is wel altijd een kiezen tussen twee kwaden, waarbij het verdraaid lastig en ook verantwoordelijk werk is om te beoordelen welke van de twee het minst kwaad is. Aldus: LM 05/04/2012 14:52
Ik twijfel absoluut niet aan jou beoordelingsvermogen, op het prikbord ben je altijd als een betrouwbaar persoon overgekomen. Daarnaast wil ik ook benadrukken dat ondanks de vele dossiers die ik gelezen heb, en diverse mensen in diverse regio's die ik heb bijgestaan, dat er zowel naast jou als naast mijn ervaringen nog andere voorbeelden zullen zijn ook. Ik kan alleen van mijn ervaringen beamen dat de werkwijze landelijk gezien hetzelfde is. En zeker in de zaken die ik persoonlijk ken waarbij hulp gevraagd werd, werd er vaak onnodig meer schade aangericht dan goed gedaan.
Waar ik moeite mee heb is het trekken van conclusies op grond van enkel beeldmateriaal en de insinuatie dat als deze kinderen straks geen respect hebben voor de politie dit de schuld van de politie is. Aldus: LM 05/04/2012 14:52.
Ik beoordeel dit op de kinderen die duidelijk hysterisch aangeven bij hun moeder te willen blijven, je hoeft niet deskundig te zijn om te zien dat dit niet oké is. Daarnaast ken ik veel meningen van jongeren die nu zelf volwassen zijn en op dit gebied veel meegemaakt hebben. Natuurlijk is het niet de schuld van de politie, maar het vertrouwen in de politie doet het zeker geen goed, dat is wat ze als ze ouder zijn vertellen. Uitzonderingen waar misbruik en/ of mishandeling in het spel was te daar gelaten, maar dat spreekt voor zich.
Waar ik ook moeite mee heb is de slachtofferrol die ouders zich vaak aanmeten. Het ligt nooit aan hun gebrek aan een consequente opvoeding, maar aan de overheid, de gemeente die geen buurtactiviteiten organiseert, de leraar die goed genoeg is, jeugdzorg die geen begeleiding gaf….etc. Ze menen overal recht op te hebben zonder zelf verantwoordelijkheid te nemen of hand in eigen boezem te steken. Aldus: LM 05/04/2012 14:52.
Hier heb je in een hoop situaties absoluut een punt, in het wijkbeheer loop je daar ook continue tegenaan. De overheid moet alles, maar zodra je de andere kant opsomt en er een prijskaartje aanhangt dan veranderd de mening opeens vrij snel. Al ligt het bij veel situaties waar jeugdzorg om de hoek komt kijken niet altijd even eenvoudig. In heel veel gevallen schuiven scholen het heel snel naar instanties toe, en komen dit soort instanties ongevraagd in gezinnen terecht. Soms terecht, maar ook heel vaak buiten proportioneel. En net zoals vandaag in de krant eindelijk met onderzoek bevestigd wordt dat de zorg kosten niet uit de klauw lopen door de vergrijzing, maar door het verkeerde systeem dat handelen geld opleverd. Zo werkt dat ook in de jeugdzorg. Eenmaal de klauwen er omheen, dan gaat het belang van het geld voor het kind. Ik weet dat al jaren, maar mensen geloven dat pas als ze het zelf ervaren, of als het in de media komt. De leugen gaat helaas sneller de wereld rond, dan de waarheid. Groetjes v Hyperactief A-P.