RijksoverheidWelke zaken kunnen worden uitgewisseld?
Welke zaken voor uitwisseling in aanmerking komen, hangt af van de wetgeving van het land waarin de boete of confiscatiebeslissing wordt opgelegd. Maar in beginsel komen de volgende typen zaken voor overdracht in aanmerking:
- geldboetes, waaronder verkeersboetes;
- geldbedragen voor het slachtoffer van een strafbaar feit (voor zover deze verplichting is opgelegd door de strafrechter);
- geldbedragen voor een schadefonds of instelling voor slachtoffers van strafbare feiten (voor zover deze verplichting is opgelegd bij rechterlijke uitspraak of beschikking);
- proceskosten;
- confiscatiebeslissingen (voor Nederland is dit een ontnemingsmaatregel of verbeurdverklaring).
bron
Dan hier nog meer details. Ik lees nergens dat parkeerfeiten uitgesloten zijn. Integendeel: WAHV wordt genoemd als wet en rechtsgebied. Daar vallen veel (zoniet alle) parkeerfeiten onder.
CJIBHet CJIB wisselt de inning van boetes en confiscatiebeslissingen uit op basis van Europese regelgeving. In Nederland is deze regelgeving geïmplementeerd door middel van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie.
Achtergrond wederzijds erkennen
In de regelgeving is vastgelegd dat EU-lidstaten elkaars boetes en confiscatiebeslissingen wederzijds erkennen.
De aanleiding voor wederzijds erkennen heeft te maken met het openstellen van de EU-grenzen, waardoor burgers gemakkelijk binnen de EU kunnen reizen.
Van oudsher wordt er gebruik gemaakt van traditionele rechtshulp in strafzaken. Dit houdt in dat er opnieuw een rechtelijke procedure plaatsvindt voordat een zaak overgenomen kan worden ter executie.
Door wederzijdse erkenning hebben de Europese lidstaten het vertrouwen in elkaars rechtssystemen uitgesproken op het gebied van executie.
Wederzijds erkennen gaat om directe acceptatie van elkaars uitspraken zodat een rechtelijke procedure juist niet meer nodig is.
Daarnaast is er sprake van rechtstreekse contacten tussen de centrale autoriteiten op het niveau van de uitvoering.
Dit zorgt ervoor dat op een efficiënte en effectieve manier boetes geïnd kunnen worden.
Kentekenuitwisseling
Naast bovengenoemde wetgeving heeft Nederland bilaterale kentekenuitwisselings-verdragen met België, Duitsland en Zwitserland.
Hierdoor bestaat voor Nederland de mogelijkheid om van overtreders die in deze landen wonen, de kentekenhouder- en persoonsinformatie op te vragen.
In 2010 kwam België (toen voorzitter van de Raad van de Europese Unie) met een voorstel voor een verkeersveiligheidrichtlijn.
Deze richtlijn is een uitbreiding van de bestaande afspraken die Nederland heeft met België, Duitsland en Zwitserland over de uitwisseling van kentekengegevens bij verkeersovertredingen.
De richtlijn moet het mogelijk maken om tussen alle lidstaten van de EU kentekengegevens uit te wisselen voor verkeersovertredingen,
zodat ook deze overtredingen die geconstateerd worden door flitsapparatuur kunnen worden beboet.
De Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie zorgt er vervolgens dan weer voor dat de inning van al deze overtredingen plaats kan vinden door overdracht van de inning over de landsgrenzen heen.
Belangrijk verschil tussen de bilaterale kentekenuitwisselingsverdragen en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie is dus dat door de kentekenuitwisseling de mogelijkheid voor beboeting ontstaat en dat door de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie de inning over de landsgrenzen heen aan de lidstaat kan worden overgedragen waar de overtreder woont of vermogen heeft.
Overdracht van inning van verkeersboetes
Sinds 2010 draagt het CJIB op basis van bovengenoemde wetgeving de relatief eenvoudige verkeersovertredingen (Wahv-boetes) over aan het buitenland.
De politie kan overtreders ook staande houden voor zwaardere feiten, zoals rijden onder invloed, veel te snel rijden en het niet kunnen tonen van geldige papieren of rijbewijs.
Dit zijn veel voorkomende feiten die in Nederland ook door inwoners van andere EU-lidstaten worden begaan.
Deze overtredingen vallen nog steeds onder verkeersovertredingen, maar vanwege hun ernst worden ze in de vorm gegoten van strafbeschikkingen, transactievoorstellen of strafrechtelijke boetes na tussenkomst van de rechter.
Voor strafbeschikkingen en transactievoorstellen geldt, dat deze bij staandehouding direct door de bestuurder moet worden betaald, als hij of zij niet in Nederland woont.
Bij strafrechtelijke boetes zorgt het CJIB voor de zaak tot en met de tweede aanmaning.
Hierna wordt deze overgedragen aan de desbetreffende lidstaat die voor de uitvoering zorg draagt volgens eigen wetgeving.
Bovenstaande geldt andersom ook voor Nederlanders die verkeersovertredingen begaan in aangesloten lidstaten.
Veel voorkomende feiten waarop Nederlanders worden beboet in het buitenland zijn onder andere gevaarlijk rijgedrag, rijden onder invloed en te hard rijden.
bron
En een moeilijker vindbare tekst die alleen nog in de cache van google staat.
http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:XMcf0g7glOgJ:www.cjib.nl/Onderwerpen/Europese-boete/kaderbesluit.aspx%3Faction%3D0+&cd=3&hl=nl&ct=clnk&client=ie9-lb