Onthoud het volgende:
1. voorrang bestaat alleen tussen bestuurders onderling.
2. een rotonde (de cirkelvormige weg) is een opzichzelf staande éénrichtingsverkeer weg.
Haaientanden betekenen: BESTUURDERS op de kruisende weg hebben voorrang.
Haaientanden hebben dus géén betekenis voor VOETGANGERS.
Dus vóór of àchter de voetgangersoversteekplaats (zebrapad) plaatsen van haaientanden heeft geen rechtswaarde/invloed t.o.v. bestuurder op een voetgangersoversteekplaats (zebrapad).
Men wil er hooguit mee insinueren of suggereren dat men de voetgangers voorrang moet geven. (maar zie onthou 1)
Of men wil bereiken dat men bij het zien van verkeer op de rotonde of bij een file stopt vóór de voetgangersoversteekplaats ipv erop.
De regel bij een voetgangersoversteekplaats luidt: “men dient voetgangers voor te laten gaan” en niet “voetgangers hebben voorrang”.
Vanwege onthou punt 2 betekent het ook dat als je op de rotonde rijdt je géén richting moet aangeven naar links!
Ook niet bij het OPRIJDEN van een rotonde*, alleen bij het VERLATEN van de rotonde.
*richting aangeven op een rotonde
Ooit heb ik mezelf bij het oprijden van een rotonde bijna doodgereden (ik rij motor).
De auto die uit de weg links van mij de rotonde opreed gaf richting aan naar rechts.
Ik maakte daaruit op dat de man de weg op zou rijden waar ik vanaf kwam en negeerde hem en wilde de rotonde oprijden.
Maar hij wilde de rotonde ‘rechtdoor’ rijden (verlaten via de weg rechts van mij).
Hij gaf dus op de rontonde ter hoogte van mijn zijweg richting naar links en de volgende zijweg, waar hij afsloeg, richting naar rechts.
Totaal gaf hij 3x richting aan. Verwarrend en gevaarlijk
Geef alleen bij het VERLATEN van de rotonde richting aan. Dat is wettelijk gezien voldoende, zie onthou punt 2 !!!
Op de rotonde, de in feite rechtdoorgaande eenrichtingsweg hoef je geen richting aan te geven.
Dat doe je op geen enkel weg die je volgt, alleen bij het verlaten van een weg.
Nog een veel gemaakte fout:
Denk aan een weg (noem het De Hoofdweg) met een apart fietspad in dezelfde richting.
Die weg en het fietspad kennen een kruisende weg, noem deze weg Kruisweg.
Een automobilist rijdt met zijn auto op de Hoofdweg en wil op de kruising met de Kruisweg rechtsaf.
Op het fietspad langs de Hoofdweg rijdt een fietser. Het fietspad heeft haaietanden ter hoogte van de Kruisweg.
De automobilist en de fietser ‘komen elkaar tegen op de kruising’.
De automobilist kan denken: daar staan haaietanden dus ik heb voorrang.
De fietser kan hetzelfde denken: ik heb haaietanden dus ik moet voorrang verlenen.
Realiteit is dat rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg voor gaat op afslaand verkeer.
Automobilist dient voorrang te verlenen aan bestuurders op het fietspad.