Dat ben ik niet helemaal met je eens Gerard.
Het OV personeel geeft aanwijzingen en daar heb je je aan te houden.
Of die nou gaan over huisregels of over het gestelde in de Wet Personenvervoer 2000.
De Wet Personenvervoer 2000 (WP2k):
Artikel 72 WP2k
Het is een ieder verboden zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord.
Artikel 73 WP2k
Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt.
Artikel 74 WP2k
1.Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over:
a. hetgeen onder verstoring van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt verstaan;
b. de wijze waarop de in artikel 73 bedoelde aanwijzingen onder meer kunnen worden gegeven.
2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld over onder meer:
a. het gebruik van vervoerbewijzen;
b. de verplichting tot betaling en het recht op terugbetaling.
Met name artikel 73 WP2k is een soort kapstokartikel die garandeerd dat kan worden opgetreden voor overtredingen van de huisregels.
Zeker wanneer aanwijzingen worden gegeven waar een reiziger zich niet in kan vinden wil de orde/rust of veiligheid en/of goede bedrijfsgang nog wel eens in het geding raken.
Want men gaat door met de overtreding (eten) of men begint te schreeuwen of men weigert de medewerking aan de toezichthouder.
Vervolgens kan of de aangewezen toezichthouder van de vervoersmaatschappij optreden (artikel 87.3 WP2k), of de politie (artikel 87.2 WP2k):
Artikel 87 WP2k
1. (…)
2.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn voorts belast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren en de met betrekking tot deze wet krachtens artikel 17, eerste lid, onder 2°, van de Wet op de economische delicten aangewezen ambtenaren.
3.Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 70 tot en met 74 bepaalde mede belast personen die daartoe door de vervoerder zijn aangewezen.
4. (…)
Artikel 91 WP2k
De artikelen 5:12, 5:13, 5:15 tot en met 5:17, 5:19 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de in artikel 89 bedoelde ambtenaren en personen.
De belangrijkste van de in artikel 91 WP2k genoemde artikelen zijn:
Artikel 5:16 AwB
Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.
Artikel 5:16a AwB
Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Artikel 5:17 AwB
1.Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden.
2.Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
3.Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs
Artikel 5:20 AwB
1.Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.