Even een overzicht over alle knipperende en/of zwaailampen:
Blauwe zwaailampen MOCHT je op je motorvoertuig hebben mits niet aangesloten.
Dat werkte natuurlijk niet, want als het stopteken werd gegeven trok de bestuurder snel de aansluiting los…
Sinds de invoering van de Regeling Voertuigen (was voorheen het Voertuigreglement) is dat veranderd.
Je mag nu geen blauw zwaailicht voeren (op/aan het motorvoertuig). Alleen nog vervoeren los in de auto.
(Al garandeert dat je niet dat ie toch inbeslaggenomen wordt, ter beslissing van de Officier van Justitie)
Hier alle (permanente*) eisen voor motorfietsen: http://wetten.overheid.nl/BWBR0025798/Hoofdstuk5/Afdeling4
Waarvan hier alleen de verlichtingseisen: http://wetten.overheid.nl/BWBR0025798/Hoofdstuk5/Afdeling4/10
Een blauwe zwaailamp is niet toegestaan tenzij je van de genoemde diensten (politie/brandweer/ggd/ander aangewezen spoeddiensten) bent. (5.4.65 lid 2 Regeling Voertuigen)
Knipper(ende)lichten anders dan richtingaanwijzers mogen niet (5.4.64 lid 2 Regeling Voertuigen).
En ze staan ook al niet genoemd in 5.4.65 lid 1 onder a.
Artikel 5.4.64 lid 2 Regeling Voertuigen
Motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen mogen, met uitzondering van de richtingaanwijzers en de waarschuwingsknipperlichten, niet zijn voorzien van knipperende lichten.
Artikel 5.4.65 Regeling Voertuigen
1. Onverminderd het bij of krachtens de artikelen 29 tot en met 30b van het RVV 1990 bepaalde inzake zwaai-, flits- of knipperlichten en het krachtens artikel 30c van het RVV 1990 bepaalde inzake herkenningstekens, mogen motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen niet zijn voorzien van:
a. meer lichten en retroreflecterende voorzieningen dan in de artikelen 5.4.51, 5.4.57 of 5.4.58 dan wel bij of krachtens, de artikelen 5.4.51a of 5.4.57a is voorgeschreven of toegestaan, en
b. in of op het voertuig aanwezige lichten of objecten die licht uitstralen naar de buitenzijde van het voertuig.
2. Motorfietsen niet in gebruik bij de in de artikelen 29, eerste lid, en 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, mogen niet zijn voorzien van lichtarmaturen voor blauwe zwaai-, flits- of knipperlichten.
Dan, als je meent dat een knipperlicht niet gelijk is aan een zwaai- of flitslamp:
Artikel 30 Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990
1.Bestuurders van motorvoertuigen die voor nader aan te geven werkzaamheden worden gebruikt, voeren onder nader aan te geven omstandigheden geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht.
De in artikel 29, eerste lid, genoemde bestuurders voeren in die gevallen geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht in plaats van blauw zwaai-, flits- of knipperlicht.
De bestuurder van het motorvoertuig die als eerste of enige de plek bereikt om de daar aan hem opgedragen taak uit te voeren, mag in plaats van dat licht, blauw zwaai-, flits- of knipperlicht voeren.
2.Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld betreffende het geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht en de werkzaamheden en omstandigheden waarbij deze signalen worden gevoerd.
Regeling optische en geluidssignalen 2009 artikel 6
1. Bij de volgende werkzaamheden of omstandigheden voert een voertuig, indien de kans bestaat dat het voertuig niet tijdig door andere weggebruikers wordt opgemerkt, geel zwaai-, flits- of knipperlicht:
a. werkzaamheden ten behoeve van de hulpverlening op of langs de weg met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen;
b. werkzaamheden ten behoeve van wegen, werken of inrichtingen op, aan, in of boven wegen, daaronder begrepen gladheidbestrijding of sneeuwruimen;
c. werkzaamheden met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen voor de hulpverlening aan en het repareren of bergen en wegslepen van voertuigen;
d. vervoer van ondeelbare lading voor zover het voertuigen betreft waarvoor krachtens de Regeling voertuigen ontheffing is verleend inzake de afmetingen van deze voertuigen of hun lading;
e. het begeleiden van transporten waarvoor een ontheffing is verleend, voor zover die begeleiding uit de ontheffing voortvloeit en dit geschiedt met daartoe speciaal uitgeruste voertuigen;
f. het begeleiden van militaire colonnes;
g. het rijden met landbouw- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid, of daardoor voortbewogen aanhangwagens, die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan 2,60 meter.
In het boevenstaande rijtje komen burgers (=beveiligers) niet voor.
Ik denk niet dat er een agent in het geschetste geval tijd zal verdoen om je oranje lamp te bekritiseren.
Maar als het slachtoffer weg is of in elke andere situatie of verkeerscontrole kun je een probleem oplopen.
Dat kan m.i. varieren van: onbruikbaar maken (bedrading doorknippen), demonteren, of inname van het kentekenbewijs voor een herkeuring RDW omdat het voertuig niet aan de eisen gesteld in de Regeling Voertuigen voldoet. Die keuring moet je zelf betalen. Ga je niet binnen 4 weken naar de RDW voor een keuring is je kenteken ongeldig en moet je zowiezo een herkeuring laten doen.
Weiger je het doorknippen of demonteren wordt het inname kentekenbewijs en het ter keuren brengen bij de RDW.
Als er collega's zijn die er anders over denk hoor ik dat graag.