Agent stressgevoelig en dus gevaarlijk

  • Planner

    Volgens mij is dit iets te kort door de bocht. Dit soort onderzoek kan in mijn beleving wel degelijk meerwaarde hebben en moet niet bij voorbaat worden weggezet als “weggegooid geld”.

  • - Gerard -

    Ik las 2 dagen geleden dat in mijn provincie 15.354 wapenvergunningen zijn uitgegeven. In het veiligste dorp/gemeente van Nederland 1.220 vergunningen. Nou dacht ik dat de VS veel wapens had maar wij kunnen er ook wat van. Die 15.354 is een veelvoud van het aantal agenten in mijn provincie om over het dorp met 1.220 vergunningen maar niet te spreken. Opvallend is, wat mij betreft, dat het dorp met de hoogste wapendichtheid, tegelijk ook het veiligste is.

    Zo maar even wat infomatie om over na te denken. Want doe die 15.354 eens keer 12 provincies en dan moet je toch vaststellen dat er meer wapens in het bezit van gewone burgers zijn dan dat wij bewapende politieagenten hebben.

  • Planner

    Wat heeft dit met het wapengeberuik van de politie te maken? Hoe vaak worden deze (vele) geregistreede (sport) wapens gebruikt anders dan op de schietbaan?

    Overigens is het wat te makkelijk om 1 provincie te pakken en dat naar het hele land te vertalen. De verschillen per gemeente zijn nogal groot, in de grote steden (de randstad) ligt het (legale) wapenbezit per inwoner veel lager als in kleine(re) gemeentes

    http://www.nu.nl/binnenland/2937492/wapenvergunning-lastiger-krijgen-sinds-alphen.html

  • KlaasVaak.

    Nee zo bedoelde ik het ook niet.

    Maar als meer trainen en schieten te duur is kun je die onderzoeken wèl staken.

    Niet bij voorbaat, maar als er geen geld over is om er wat mee te doen.

    Dàt geld kun je dan in meer trainen stoppen, dat biedt effect bij stresssituaties.

    Want in stresssituaties val je automatisch terug op je trainingsreflexen.

  • KlaasVaak.

    Een sportschutter kijkt, over het algemeen, wel uit om zijn verlof kwijt te raken.

    Zeker heden ten dage met de strengere toekenningseisen.

    En dat zijn dus wapens die (bijna allemaal) in een kluis liggen, gescheiden van de munitie.

    In Amerika zijn staten waar je er gewoon mee over straat mag…

    en mag gebruiken om eigen huis en haard te verdedigen.

    Allemaal niet van toepassing in Nederland.

  • Planner

    Voordat een onderzoek begint weet je natuurlijk niet wat de uitslag gaat worden. Als de (enige) conclusie dan is dat er meer getraind moet gaan worden dan kan je niet achteraf zeggen dat het onderzoek niet nodig was. Maar volgens mij is de conlusie van dit onderzoek (en een eerder onderzoek uit 2010), dat er vooral ook ANDERS getraind zou moeten worden, omdat in de trainng (en toetsing) er geen sprake van een stresssituatie is, daar waar er bij incidenten waarin agenten het wapen trekken wel sprake is van een stresssituatie.

    “Samenvattend laat het rapport Trainen onder stress (Oudejans e.a., 2010) zien dat trainen onder stress negatieve effecten van stress op de schietvaardigheid van politieambtenaren teniet kan doen. Dit resultaat bleek niet alleen aanwezig op de korte, maar ook op de lange termijn. Op basis van deze bevindingen stellen Oudejans e.a. dat er voldoende aanleiding is om het trainen van de schietvaardigheid meer praktijkgericht vorm te geven.”

    Dat een agent goed scoort bij de toets, zegt heel weinig in hoeverre een agent handelt in een stresssituatie, En niet alleen wanneer hij/zij daadwerkelijk schiet, maar ook bij het nemen van de beslissing of er geschoten moet worden:

    “Een ander belangrijk punt is dat de schiettoets weliswaar ingaat op schietvaardigheid (raak schieten), maar op geen enkele manier aandacht besteedt aan de beslissing om wel of niet te schieten. Schietvaardigheid en kennis over gevaarbeheersing (wanneer wel, wanneer niet) worden apart van elkaar getoetst. Tijdens de schiettoets hoeft men dus niet te beoordelen of er wel of niet geschoten moet worden: de volgorde waarin gewerkt wordt staat vast en geschoten wordt er altijd. Het schieten tijdens de toets is dan ook eerder een routinematige exercitie dan dat er daadwerkelijk in korte tijd en onder hoge druk besloten moet worden over het al dan niet gebruiken van het vuurwapen.”

    En hoewel de regels landelijk zijn vastgesteld, lees ik:

    “De inhoud van schiettrainingen verschilt in grote mate per korps en zelfs per docent.”

  • KlaasVaak.

    “Een ander belangrijk punt is dat de schiettoets weliswaar ingaat op schietvaardigheid (raak schieten), maar op geen enkele manier aandacht besteedt aan de beslissing om wel of niet te schieten. Schietvaardigheid en kennis over gevaarbeheersing (wanneer wel, wanneer niet) worden apart van elkaar getoetst. Tijdens de schiettoets hoeft men dus niet te beoordelen of er wel of niet geschoten moet worden: de volgorde waarin gewerkt wordt staat vast en geschoten wordt er altijd. Het schieten tijdens de toets is dan ook eerder een routinematige exercitie dan dat er daadwerkelijk in korte tijd en onder hoge druk besloten moet worden over het al dan niet gebruiken van het vuurwapen.”

    Dan wordt er bij ons anders getraind :D

    Wij trainen (op de schietbaan) met ‘klapschijven’ en met klapschijven waar soms een verdachte en soms een burger op staat afgebeeld.

    Ook trainen wij met FX munitie (gekleurde zeeppatronen) in een oefenpand op echte personen en soms op kartonnen poppen, adhv casustiek uit de praktijk.

    De ene keer blijft het bij verbaal geweld van de verdachte, de andere keer heeft of pakt hij een wapen.

    Ook moeten wij het oefenpand door op zoek naar iets of iemand en in de ruimten staan dan kartonnen afbeeldingen van een ‘boef’ of een ‘burger’.

    Dan is onze oefenmethode realistischer dan rechtvooruit op een schietbaan.

    Bij ons moet je soms achterwaards vluchten uit een pand, in het donker, smalle gangetjes, in de mist(generator), met keiharde muziek, flitskasten.

    En daarbij heb je het probleem dat je maat ook in de gang loopt en van de vluchtweg gebruik maakt.

  • Planner

    Daar doelt de onderzoeker dan ook op wanneer hij opmerkt dat er per korps anders getraind wordt. De oefening die jij beschrijft staat ook in het onderzoek.

    Maar hoe zit het met de toets?

  • KlaasVaak.

    Wat bedoel je met “hoe zit het met de toets”?

  • Planner

    Daar waar het rapport ook aangeeft dat er in vershillende korpsen wel meer realistische trainingen worden gegeven, lees ik dat niet over de toets die periodiek afgelegd moet worden, Men noemt dat een “routinematige exerrcitie”. Het gegeven of een agent slaagt voor deze toets door (bijna) altijd raak te schieten, zegt helemaal niets hoe dezelfde agent zal “scoren” in een stesssituatie, waarbij men ook nog moet beslissen of men gaat schieten.